Hervormde en Gereformeerde kerk Twijzel.

Orde van de dienst op zondag 11 mei 2025.



Liturgie


Lied voor de dienst: uitgezocht door organist

Welkom en mededelingen

Zingen: Psalm 33: 1 en 8

Komt nu met zang en roert de snaren,
gij volk, dat leeft van 's HEREN recht.
Hijzelf heeft zijn getrouwe scharen
een lofzang in de mond gelegd.
Word' als nooit tevoren / door wie Hem behoren
't feestlied ingezet!
Meldt de blijde mare / bij de klank der snaren,
steekt de loftrompet.
 
Wij wachten stil op Gods ontferming,
ons hart heeft zich in Hem verheugd.
Hij komt te hulp en geeft bescherming,
zijn heilge naam is onze vreugd.
Laat te allen tijde / uwe liefd' ons leiden,
uw barmhartigheid.
God, op wien wij wachten, / geef ons moed en krachten
nu en voor altijd.

Stil gebed, bemoediging en groet


Klein gloria
Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Als in den beginne, nu en immer,
en van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen

Zingen:               Psalm 139: 1, 2 en 14

Heer, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
’t ligt alles open voor uw ogen.

Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:
wie weet mijn wegen zoals Gij?
Gij kent mijn leven woord voor woord,
Gij hebt mij voor ik spreek gehoord.
Ja overal, op al mijn wegen
en altijd weer komt Gij mij tegen.

Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt
toch open voor uw aangezicht.
Toets mij of niet een weg in mij
mij schaadt en leidt aan U voorbij.
O God, houd mij geheel omgeven,
en leid mij op de weg ten leven.

Gebed van verootmoediging en om de leiding van de Geest
                              
Lezing leefregel Rom. 12: 9-18 NBV21

9 Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. 10 Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. 11 Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. 12 Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. 13 Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij. 14 Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. 15 Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. 16 Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot nederigheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. 17 Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18 Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.

Zingen: Psalm 86: 4, 5 en 7
 
Leer mij naar uw wil te handlen,
laat mij in uw waarheid wandlen.
Voeg geheel mijn hart tezaam
tot de vrees van uwen naam.
HEER mijn God, ik zal U loven,
heffen 't ganse hart naar boven.
Ja, uw naam en majesteit
loof ik tot in eeuwigheid.
 
Gij zijt groot en zeer verheven,
Gij doet wondren aan ons leven.
Gij zijt God, ja Gij alleen,
goedertieren om ons heen.
Heer, Gij hebt mij aangenomen,
mij weer tot het licht doen komen
uit de diepten van de dood.
Ja, uw goedheid is zeer groot.
 
Laat mij leven voor uw ogen,
sterk uw knecht door uw vermogen.
Maak Gijzelf voor hem vrij baan,
die U dient van jongs af aan.
Toon uw hulp mij door een teken,
dat mijn vijanden verbleken,
als zij zien dat Gij het zijt,
die mij troost en mij bevrijdt.
Johannes 20: 24-29 NBV21

24 Een van de twaalf, Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. 25 Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ 26 Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren op slot zaten, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Vrede zij met jullie!’ zei Hij, 27 en daarna richtte Hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28 Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ 29 Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’
Lied 313: 1, 2 en 5
 
1 Een rijke schat van wijsheid
schonk God ons in zijn woord.
Hebt moed, gij die op reis zijt,
want daarmee kunt gij voort.
Gods woord is ons een licht,
en elk die in vertrouwen
daarnaar zijn leven richt,
die zal er in aanschouwen
des Heren aangezicht.
 
God opent hart en oren,
opdat wij in geloof
zijn roepstem zouden horen,
voor andre stemmen doof.
Gods woord gordt mensen aan,
om zonder te versagen
het smalle pad te gaan
en stil het kruis te dragen
achter hun Heiland aan.
 
O Gij die wilt ontmoeten
wie vragen naar uw wil,
zie hoe wij aan uw voeten
zitten en luistren stil.
Geef dat tot U, o Heer,
't woord van uw welbehagen
niet ledig wederkeer',
maar dat het vrucht mag dragen,
uw grote naam ter eer.

Verkondiging

Zingen: Lied 800: 1 en 3
 
Wat zou ik zonder U geweest zijn,
hoe zou ik zonder U bestaan?
Ik zou ten prooi aan angst en vrees zijn
en eenzaam door de wereld gaan.
Mijn liefde tastte in den blinde.
Een afgrond lag in het verschiet.
En waar zou ik een trooster vinden
die werklijk wist van mijn verdriet?
 
Maar Christus gaf mij taal en teken
en ik ben zeker van zijn stem.
De nacht is voor het licht geweken,
het grondloos lot krijgt zin door Hem.
Nu word ik mens, herkrijg mijn vrijheid
bij water, woord en brood en wijn,
omdat ik weet van zijn nabijheid
waar twee of drie vergaderd zijn.

Dankgebed en voorbeden


Stil gebed, gevolgd door het samen bidden van het Onze Vader

Collecte

Zingen: Lied 103 c: 1 en 3
 
Loof de Koning, heel mijn wezen,
gij bestaat in zijn geduld,
want uw leven is genezen
en vergeven is uw schuld.
Loof de Koning, loof de Koning,
tot gij Hem ontmoeten zult.
 
Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons,
Hij kent onze broze kracht.
Hij bewaart ons, Hij ontzet ons
van de boze en zijn macht.
Looft uw Heiland, looft uw Heiland,
die het licht is in de nacht.

Zegen                
terug